Leidse huisartsen sturen brandbrief naar gemeentebestuur over hun huisvestingsproblemen

Leidse huisartsen sturen brandbrief naar gemeentebestuur over hun huisvestingsproblemen

Als haringen in een ton. Zo voelen veel Leidse huisartsen zich als ze op de praktijk zijn. Ze zitten opeengepakt in veel te kleine ruimtes. Ze willen meer collega’s, maar er is geen plek. En dus moeten ze vaak ’nee’ verkopen aan Leidenaars die wanhopig op zoek zijn naar een dokter in hun eigen stad. Leidse huisartsen slaan daarover nu alarm in een brandbrief aan de gemeente, zo bericht de regionale krant Leidsch Dagblad.

De brandbrief aan het stadsbestuur is ondertekend door 35 van de veertig Leidse huisartsenpraktijken, mede namens de samenwerkingsverbanden Regionale Organisatie Huisartsen West NL, Huisartsen coöperatie de Limes en LHV Kring RMH. Ze dragen zorg voor in totaal 120.050 van de 125.000 inwoners.

Bijna acht op de tien huisartsen oriënteerde zich de afgelopen vijf tot tien jaar op nieuwe huisvesting, zo blijkt uit een enquête die ze in maart invulden. Slechts 9 procent geeft aan dat er voldoende uitbreidingsmogelijkheden zijn in hun huidige pand. Maar een op de drie huisartsenpraktijken staat het hele jaar nog open voor nieuwe inschrijvingen.

Er is steeds meer personeel nodig, maar de ruimte blijft hetzelfde
De huisvestingsproblematiek speelt overal in Nederland, erkent de woordvoerder namens de bezorgde huisartsen, Daan Backes. „Maar in Leiden is het nog urgenter. Veel praktijken zijn gevestigd in voormalige woningen of kleine bedrijfsruimtes. Vroeger kon dat, maar nu niet meer. Huisartsen krijgen steeds meer werk door een groeiende en steeds ouder wordende bevolking. Veel meer zorg gaat van de ziekenhuizen naar de huisartsen. Ouderen blijven langer thuis wonen. Om die grotere vraag aan te kunnen, nemen huisartsen praktijkondersteuners en doktersassistenten in dienst. Er is dus meer personeel nodig, maar de ruimte blijft hetzelfde.”

Vind maar eens een grotere praktijkruimte in de wijk waar ook het gros van je patiënten woont. „Dat is een groot probleem in Leiden”, verzucht Backes. Hij kan er zelf over meepraten. Een jaar geleden nam hij samen met zijn vrouw Anne Dekker een praktijk aan huis (van hun voorganger) aan de Witte Singel over, waarbij zij direct op zoek moesten naar nieuwe huisvesting. „We huren een ruimte van zorgorganisatie Topaz in verpleeghuis Groenhoven. Over anderhalf jaar moeten we hier weg, omdat het gebouw plat gaat voor nieuwbouw.”

Eindeloos zoeken op Funda
Menig uurtje in de vrije tijd gaat dan ook op aan het zoeken naar iets anders. Geen pand dat op Funda verschijnt, blijft onopgemerkt. Geschikte locaties in de wijk zijn schaars, en als er dan iets is dat wel iets lijkt, is er altijd wel weer een kinderdagverblijf, notaris- of advocatenkantoor dat meer biedt, weet Backes uit eigen ervaring en uit de verhalen van collega’s.

Hier ligt een pijnpunt. „De prijzen in de Randstad, en zeker in een stad als Leiden met weinig bouwgrond, zijn hoog. Wij kunnen een hogere prijs niet doorberekenen in onze patiëntenzorg, want wij zijn gebonden aan de tarieven die zijn vastgelegd door de Nederlandse Zorgautoriteit.”

Meer visites rijden door huisvesting in minipandje
Huisarts Eva Wiersma (33) die samen met haar vader een praktijk aan de Haagweg in de Leidse binnenstad heeft, heeft dezelfde ervaring. Hun ’minipandje’ van 48 vierkante meter delen ze met nog twee huisartsen, twee praktijkondersteuners en twee assistenten. Er zijn twee kleine kamers, een wachtkamertje en een open ruimte voor de assistente. „Het is een wonder dat we de corona buiten de deur konden houden, want anderhalve meter afstand houden, is niet te doen.”

De praktijk is alleen via een trap te bereiken, waardoor de artsen relatief vaak visites moeten rijden. Een deel van hun patiënten kan immers de trap niet op. Gevolgen van de ruimtenood zijn ook dat de praktijkverpleegkundige administratieve klussen noodgedwongen thuis doet en dat het oren uitspuiten door de assistenten in dezelfde ruimte gebeurt waar de spoedlijn binnenkomt. „Niet fijn voor de privacy.”

Handdoek in de ring
Ze keek al bij een handjevol panden, maar liep aan tegen de hoge huurprijs en de tonnen aan verbouwingskosten. „Ik kon geen lening bij de bank krijgen.” De zoektocht maakt haar gefrustreerd en gestrest.
Officieel werkt ze tweeënhalve dag in de week, omdat ze ook nog een kindje thuis heeft. Dat komt neer op veertig uur in de week. Daarbovenop komt haar zoektocht naar een geschikte ruimte. „De werkdruk is hoog. Ik zou graag meer mensen willen aantrekken, maar er is geen plek. Een groter pand zou zoveel meer lucht geven.”

Wiersma wil nog zeker dertig jaar huisarts blijven. „Het patiëntencontact is zo leuk. Maar als ik over vijf jaar nog niets heb, moet ik misschien de handdoek in de ring gooien en iets anders gaan doen.”

Gemeente was onbekend met het probleem
In de hoop dat huisvesting geen reden tot voortijdig stoppen hoeft te zijn, kloppen de Leidse dokters aan bij de gemeente Leiden. „We hadden al een gesprek op 25 mei met onder andere de wethouder”, zegt woordvoerder Backes. „Dat was een constructief gesprek. De gemeente had te weinig kennis van dit probleem, zo werd toegegeven. Ze vroegen: ’Jullie zijn toch zorgondernemers? Wat verwachten jullie dan van ons?’ Het klopt dat wij ondernemers zijn, maar wij zijn ook gebonden aan onze wijk en kunnen niet op tegen de hoge huurprijzen. Het is een grote zorg als de zorg daardoor verdwijnt uit de wijk”

Meepraten over inrichting van een wijk
Backes ziet ook dat de gemeente, met weinig eigen grond, beperkt is in haar mogelijkheden om de huisartsen te hulp te schieten. „Maar bij de grond die de gemeente nog wél bezit, moet prioriteit gegeven worden aan de zorg. Daarnaast is de knop waar de gemeente wel aan kan draaien, die van het bestemmingsplan. Als er scholen of kantoorpanden leeg komen, kijk of het een gezondheidscentrum kan worden. Ook kan de gemeente tijdelijke locaties ter overbrugging faciliteren, zoals portacabines. We vragen of er een werkgroep van huisartsen, gemeente en zorgverzekeraar kan komen die al bij het eerste plan voor een woonwijk mee kan praten over zorgvoorzieningen.”

Lammenschansdriehoek
De arts vertelt over de Lammenschansdriehoek, als recent voorbeeld van waar het mis gaat. „Zeventienhonderd nieuwe appartementen betekenen tussen de drie- en vierduizend nieuwe inwoners die allemaal bij een huisarts ingeschreven willen staan. Bijna alle omliggende praktijken zitten vol. Daar moet dus een gezondheidscentrum komen. De gemeente verwijst naar projectontwikkelaars, maar als er niet in een bestemmingsplan is opgenomen dat er een gezondheidscentrum moet komen, verkopen die een pand liever als commerciële ruimte zoals horeca of supermarkt, want dat levert drie, vier keer meer op.”

Huisartsen zien steeds vaker passanten
Huisartsen merken dat ze dagelijks telefoontjes krijgen van nieuwe inwoners die vragen om een inschrijving. Vaak krijgen ze te horen dat de praktijk al vol is. „Dus houden ze nogal eens hun oude huisarts in de plaats waar ze vandaan komen”, ziet Backes. „Wij zien steeds vaker ’passanten’ die met spoed een huisarts nodig hebben, maar die niet in Leiden hebben. Of ze gaan naar de dure huisartsenpost buiten kantooruren, waar deze absoluut niet voor is bedoeld, maar daar kan iedereen terecht. Dit kan niet, iedere Leidenaar heeft recht op een huisarts.”

Twee op de drie huisartsen zit klem in huidige praktijkpand
Uit de onlangs gehouden enquête bleek dat twee op de drie huisartsen in Leiden niet uit de voeten kunnen met hun huidige praktijkpand. Het is te klein voor de te verwachten groei in de komende vijf tot tien jaar. Vijfendertig van de veertig benaderde huisartspraktijken reageerden. Samen zorgen ze voor 96 procent van alle Leidse inwoners.

De meest genoemde nadelen die huisartsen als gevolg van de huisvestingsproblemen ervaren, zijn: ‘zorgverleners moeten wisselen van kamers’ (71 procent), ‘Praktijkruimte is niet geschikt voor groei in de patiënt populatie’ (69 procent), ‘geen mogelijkheid tot het aannemen van extra personeel’(60 procent) en ‘geen mogelijkheid tot opleiden van huisartsen, coassistenten of doktersassistenten’ (45 procent).
De grootste belemmeringen die de artsen ondervinden bij het vinden van geschikte huisvesting is het gebrek aan beschikbare panden (72 procent), te hoge huisvestingskosten (67 procent), het gebrek aan medewerking vanuit de gemeente (42 procent), het gebrek aan beschikbare ruimte om te bouwen (39 procent) en het verhuizen van de praktijk uit de wijk (39 procent).

Bron: https://huisartsvandaag.nl/tag/huisvestingsproblemen/

Deel dit bericht

Share on facebook
Share on linkedin
Share on twitter
Share on print
Share on email